In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een Wajong-uitkering aan appellant, geboren op [geboortedag] 1974. Appellant had eerder een WAO-uitkering ontvangen wegens psychische klachten, maar zijn aanvraag voor een Wajong-uitkering werd afgewezen omdat niet kon worden vastgesteld of hij op zijn 18e verjaardag arbeidsongeschikt was. De Raad heeft de deskundige geraadpleegd, die concludeerde dat er geen aanknopingspunten waren voor de stelling dat appellant op zijn 17e of 18e verjaardag arbeidsongeschikt was. De rechtbank had eerder het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad benadrukte dat bij laattijdige aanvragen het gebrek aan gegevens voor rekening van appellant komt. De deskundige had op basis van dossieronderzoek geconcludeerd dat de eerste psychotische verschijnselen pas in 1994 zichtbaar werden, en dat er geen medische gegevens waren die een arbeidsongeschiktheid op de relevante data konden onderbouwen. De Raad oordeelde dat appellant geen aanspraak kon maken op een Wajong-uitkering, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden van de AAW.