ECLI:NL:CRVB:2016:263
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- J.J.A. Kooijman
- W. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een verzoek tot doorstroming naar een hogere functie binnen de politie en de toetsing van beoordelingsscores
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, werkzaam als ambtenaar bij de politie, had verzocht om doorstroming naar een hogere functie binnen de GGP. De beoordeling van zijn functioneren over de periode van 1 januari 2011 tot en met 1 november 2012 was met een score van drie (voldoende) beoordeeld, met uitzondering van twee competenties die met een score vier (goed) waren beoordeeld. De korpschef had het verzoek om doorstroming afgewezen, omdat de beoordeling niet boven de norm was en de potentieel inschatting geen geschiktheid voor de hogere functie aantoonde.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de bezwaaradviescommissie de beoordeling inhoudelijk heeft beoordeeld en niet beperkt was tot de vraag of de beoordeling op onvoldoende gronden berustte. De Raad heeft ook geoordeeld dat de appellant niet kon aantonen dat de scores op onvoldoende gronden berustten en dat de korpschef niet verplicht was om expliciet te motiveren waarom niet voor hogere scores was gekozen. De Raad heeft de argumenten van de appellant verworpen, waaronder de stelling dat de jaargesprekken een andere conclusie zouden rechtvaardigen. De Raad concludeert dat de beoordeling in rechte standhoudt en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.