ECLI:NL:CRVB:2016:262
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag van ambtenaar wegens plichtsverzuim en verstoorde arbeidsverhouding
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De betrokkene, werkzaam bij de gemeente Eindhoven, is ontslagen wegens plichtsverzuim en een verstoorde arbeidsverhouding. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de disciplinaire straf van ontslag onevenredig is aan de aard en ernst van het plichtsverzuim. De betrokkene had op 3 september 2012 zonder toestemming documenten met persoonsgegevens uit het gemeentehuis meegenomen. De Raad concludeert dat er onvoldoende bewijs is voor de beschuldiging van plichtsverzuim en dat de ontslaggrond van een verstoorde arbeidsverhouding niet voldoende is onderbouwd. De Raad vernietigt het nader besluit van de appellant en maakt het ontslag ongedaan, met recht op nabetaling van bezoldiging. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid en goed werkgeverschap in het ambtenarenrecht.