Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen einduitspraak voor zover daarbij niet is bepaald dat het college aan
- bepaalt dat het college aan appellante het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de tussenuitspraak en einduitspraak van de rechtbank Overijssel. Appellante, werkzaam bij de gemeente Enschede, was in geschil over de indeling van haar functie in de generieke functiebeschrijving. Het college van burgemeester en wethouders van Enschede had besloten om appellante in te delen in de functiebeschrijving van [functie 2], terwijl appellante meende dat haar functie meer overeenkwam met die van [functie 3]. De rechtbank had in de tussenuitspraak geoordeeld dat het college voldoende had gemotiveerd dat de functie van appellante operationeel van aard was, maar had ook een motiveringsgebrek vastgesteld. In de einduitspraak werd het beroep van appellante ongegrond verklaard. Appellante stelde in hoger beroep dat de indeling in de functie van [functie 2] niet houdbaar was en dat de rechtbank ten onrechte geen vergoeding voor griffierecht had opgenomen. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de tussenuitspraak, maar vernietigde de einduitspraak voor zover deze geen vergoeding voor griffierecht bevatte. De Raad oordeelde dat het college aan appellante het griffierecht van € 168,- moest vergoeden. De uitspraak werd gedaan op 2 juni 2016.