ECLI:NL:CRVB:2016:2002
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake indicatie huishoudelijke hulp en normtijden Wmo
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de indicatie voor huishoudelijke hulp van appellante, die meervoudig gehandicapt en rolstoelgebonden is. Appellante had eerder 32 uur huishoudelijke hulp per vier weken ontvangen, maar het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven had dit aantal verlaagd naar 24 uur per vier weken. Appellante stelde dat de verlaagde normtijden niet op objectieve criteria berustten en dat haar oude indicatie toereikend was voor haar zorgbehoefte. De Raad oordeelde dat het college onvoldoende onderzoek had verricht naar de onderbouwing van de verlaagde normtijden en dat deze niet als compensatie voor de beperkingen van appellante konden dienen. De Raad heeft het besluit van het college vernietigd en bepaald dat appellante recht heeft op 32 uur huishoudelijke hulp per vier weken voor de periode van 1 juli 2013 tot 1 juli 2033. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 992,-.