ECLI:NL:CRVB:2016:1789
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake zorgzwaartepakket ZZP GGZ04C en VN-Gehandicaptenverdrag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de rechtbank het beroep tegen een besluit van het CIZ ongegrond verklaarde. Appellante, geboren in 1946, lijdt aan schizofrenie van het gedesorganiseerde type en heeft aanspraak gemaakt op zorg zoals opgenomen in het Zorgzwaartepakket (ZZP) GGZ04C. Het CIZ had eerder een indicatie verleend voor dit pakket, maar appellante betwistte dat dit pakket haar zorgbehoefte adequaat dekt en stelde dat zij recht heeft op een ZZP GGZ05C met additionele uren. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat het CIZ zich terecht heeft gebaseerd op het advies van medisch adviseur Laane, dat zorgvuldig tot stand is gekomen. De Raad concludeert dat er geen objectieve medische gegevens zijn die de stelling van appellante ondersteunen dat er sprake is van ernstiger gedragsproblematiek dan door het CIZ is aangenomen. De Raad bevestigt dat het ZZP GGZ04C het meest passend is voor appellante, gezien haar beperkingen en zorgbehoefte. Het beroep op het VN-Gehandicaptenverdrag wordt verworpen, omdat de regelgeving ten tijde van het bestreden besluit nog niet door Nederland was geratificeerd. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.