Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant in hoger beroep tot een bedrag van
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de weigering van de Wajong-uitkering door het Uwv. Appellant, geboren in 1970, diende op 2 juni 2011 een aanvraag in voor een uitkering op grond van de Wet Wajong. Het Uwv heeft deze aanvraag afgewezen op basis van een medisch onderzoek, waaruit bleek dat appellant op de beoordelingsdatum in staat was om ten minste het maatmaninkomen te verdienen. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het Uwv handhaafde zijn besluit na een herbeoordeling door verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen aanleiding was om aan de FML van de verzekeringsarts te twijfelen.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte geen verdergaande beperkingen heeft aangenomen voor de periode dat hij zeventien of achttien jaar oud was. De Raad voor de Rechtspraak heeft echter geoordeeld dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat er geen overtuigende medische gegevens zijn overgelegd die de claim van appellant ondersteunen. De bewijslast ligt bij de aanvrager, en het medisch beeld wordt moeilijker vast te stellen naarmate de tijd verstrijkt. De Raad heeft de eerdere conclusies van de verzekeringsartsen onderschreven en het hoger beroep van appellant afgewezen. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, met verbetering van gronden, en het Uwv is veroordeeld in de proceskosten van appellant in hoger beroep.