Uitspraak
OVERWEGINGEN
wrakenop nader aan te voeren, maar met voor de lezer genoegzaam kenbare redenen.”
Centrale Raad van Beroep
Op 19 februari 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzoek om wraking van de behandelend rechters in een hoger beroep dat was ingesteld door verzoeker, vertegenwoordigd door mr. P.M.J. Graus, tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg. Het wrakingsverzoek werd ingediend na een afwijzing van een verzoek om uitstel van de zitting, die gepland stond op 30 januari 2015. De behandelend rechters, T.L. de Vries, E.E.V. Lenos en L.J.A. Damen, hebben aangegeven niet in het wrakingsverzoek te berusten.
De Centrale Raad van Beroep overwoog dat volgens artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een verzoek om wraking schriftelijk en gemotiveerd moet zijn. Het verzoek van mr. Graus voldeed hier niet aan, aangezien het niet voldoende gemotiveerd was. De Raad verwees naar artikel 3 van de Wrakingsregeling bestuursrechterlijke colleges 2013, dat bepaalt dat een verzoek om wraking niet in behandeling kan worden genomen indien het niet is gemotiveerd.
De Raad concludeerde dat het verzoek om wraking niet in behandeling werd genomen, omdat er geen nadere onderbouwing was voor de gestelde redenen. De uitspraak benadrukte dat een verzoek om wraking niet kan worden ingegeven door onvrede over procedurele beslissingen zonder voldoende bewijs van vooringenomenheid van de rechters. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de leden van de Raad, met de griffier aanwezig.