ECLI:NL:CRVB:2015:11
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking van de behandelend rechters in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 januari 2015 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van de behandelend rechters in een bestuursrechtelijke procedure. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. F. van der Kant-Dessens en later door mr. M. Taheri, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. Tijdens de procedure heeft verzoeker herhaaldelijk om uitstel van de zitting gevraagd, wat door de Raad is afgewezen. Op 13 november 2014, tijdens de zitting, heeft mr. Taheri namens verzoeker om wraking van de rechters verzocht, omdat hij vond dat de rechters niet onpartijdig waren. De wrakingsgrond was gebaseerd op de afwijzing van de uitstelverzoeken en de indruk die verzoeker had gekregen dat de rechters al een oordeel hadden gevormd.
De Raad heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat wraking alleen kan plaatsvinden op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel trekken. De Raad concludeerde dat de afwijzing van de uitstelverzoeken geen aanwijzing gaf voor vooringenomenheid van de rechters. De beslissing om geen uitstel te verlenen werd als een procedurele beslissing beschouwd, die niet onderhevig is aan wraking. De Raad benadrukte dat de rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het verzoek om wraking afgewezen, omdat er geen feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel trokken. De uitspraak werd gedaan door M. Greebe als voorzitter en W.H. Bel en J.J.T. van den Corput als leden, in aanwezigheid van griffier D. van Wijk.