ECLI:NL:CRVB:2015:4625
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- R.E. Bakker
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing Wajong 2010 aanvraag met voldoende medische en arbeidskundige grondslag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn aanvraag op grond van de Wajong 2010 door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant, geboren in 1976, diende op 26 oktober 2011 een aanvraag in, die op 8 februari 2012 werd afgewezen omdat hij in staat werd geacht meer dan 75% van het minimum (jeugd)loon te verdienen. Het bezwaar van appellant tegen deze afwijzing werd op 20 juni 2012 ongegrond verklaard. De rechtbank Roermond verklaarde op 23 mei 2013 het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat er voldoende zorgvuldig verzekeringsgeneeskundig onderzoek had plaatsgevonden. De Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 7 december 2011 werd als juist beschouwd, en de rechtbank concludeerde dat appellant niet ononderbroken arbeidsongeschikt was in de relevante periode. Appellant had geen medische gegevens overgelegd die zijn standpunt konden onderbouwen. De Raad bevestigde de conclusie van de rechtbank dat appellant in staat was om meer dan 75% van het minimum (jeugd)loon te verdienen, en dat de geselecteerde functies voor hem geschikt waren.
De Raad kwam tot de conclusie dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak, met verbetering van gronden. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.