ECLI:NL:CRVB:2015:4483
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over weigering WIA-uitkering wegens onduidelijkheid over ziekteoorzaak
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 9 december 2015, met zaaknummer 14/4896 WIA-T, wordt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant besproken. Appellant had zich ziek gemeld vanwege psychische klachten, waaronder depressiviteit, en had een WIA-uitkering aangevraagd. Het Uwv had echter vastgesteld dat de toename van zijn klachten voortkwam uit een andere ziekteoorzaak, wat leidde tot de weigering van de uitkering. De Raad oordeelt dat er onvoldoende eenduidigheid is over de oorzaak van de klachten, en dat het bestreden besluit niet op een deugdelijke medische grondslag berust. De Raad draagt het Uwv op om het gebrek in het besluit te herstellen. De uitspraak is gedaan in het kader van een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard. De Raad benadrukt dat bij toegenomen beperkingen buiten twijfel moet staan dat deze voortkomen uit een andere ziekteoorzaak, wat in dit geval niet voldoende is aangetoond.