ECLI:NL:CRVB:2015:4433
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen intrekking WIA-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van het Uwv. Appellante had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van haar aanvraag voor een WIA-uitkering, die door het Uwv was afgewezen. De Raad oordeelde dat het Uwv het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard, omdat appellante geen belang had bij het hoger beroep. Het geschil betrof uitsluitend de intrekking van het besluit van 11 juli 2012, waarbij het Uwv had vastgesteld dat de aanvraag voor een WIA-uitkering te laat was ingediend. Appellante stelde niet de uitsluitingsgrond voor het recht op een WIA-uitkering ter discussie, maar wilde enkel weten hoe lang de loondoorbetalingsverplichting van haar werkgeefster duurde. De Raad concludeerde dat deze vraag niet in het kader van het hoger beroep beantwoord kon worden, aangezien het niet ging om een geschil over een besluit van een bestuursorgaan. De Raad verklaarde het hoger beroep daarom niet-ontvankelijk en wees erop dat de kantonrechter bevoegd is om te oordelen over loongeschillen.