ECLI:NL:CRVB:2015:4375
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vervoersvoorzieningen op basis van de Wmo en de motivering van het college
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft de aanvraag van appellante voor een vervoersvoorziening op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In een eerdere tussenuitspraak had de Raad geconstateerd dat het college van burgemeester en wethouders van Tytsjerksteradiel niet adequaat had gemotiveerd hoe appellante in haar vervoersbehoefte kon voorzien. De Raad heeft vastgesteld dat, hoewel de vervoersbeperkingen van appellante in kaart zijn gebracht, de argumentatie van het college dat appellante zelfredzaam is door het gebruik van haar eigen auto niet voldoende onderbouwd is. De Raad heeft geoordeeld dat het college ten onrechte heeft gesteld dat er geen vervoersbeperkingen zijn die gecompenseerd moeten worden. De Raad heeft besloten om zelf in de zaak te voorzien en heeft bepaald dat appellante recht heeft op een financiële tegemoetkoming voor het gebruik van haar eigen auto, die zal worden voortgezet tot er een nieuwe beslissing wordt genomen. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 1.960,- bedragen. De uitspraak benadrukt het belang van een deugdelijke motivering door het college bij het toekennen van voorzieningen op basis van de Wmo.