ECLI:NL:CRVB:2015:4029
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking van mr. N.J. van Vulpen-Grootjans
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 november 2015 uitspraak gedaan over de verzoeken tot wraking van mr. N.J. van Vulpen-Grootjans, ingediend door verzoeker, vertegenwoordigd door S.A.J.T. Hoogendoorn. De wrakingsverzoeken volgden op een procedure waarin verzoeker in hoger beroep was gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. Verzoeker had eerder een verzoek tot heropening van het onderzoek ingediend, maar dit was door de Raad afgewezen. Verzoeker stelde dat de beslissing van mr. Van Vulpen-Grootjans om het onderzoek niet te heropenen voortkwam uit vooringenomenheid, wat leidde tot het eerste wrakingsverzoek. Dit verzoek werd afgewezen omdat de Raad oordeelde dat de beslissing niet uitsluitend door mr. Van Vulpen-Grootjans was genomen, maar door de meervoudige kamer als geheel. Het tweede wrakingsverzoek werd ingediend na de mededeling dat de uitspraaktermijn was verlengd. Verzoeker stelde dat mr. Van Vulpen-Grootjans niet bevoegd was om beslissingen te nemen na het indienen van het wrakingsverzoek. De Raad oordeelde echter dat er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid en dat de beslissingen van mr. Van Vulpen-Grootjans niet onbegrijpelijk waren. Beide verzoeken om wraking werden afgewezen, en de Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.