ECLI:NL:CRVB:2015:4027
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering toekenning WIA-uitkering en intrekking ZW-uitkering na medische beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Limburg. Appellante, die als heftruckmedewerkster heeft gewerkt, had zich ziek gemeld na een knieoperatie en verzocht om een WIA-uitkering. Het Uwv weigerde deze aanvraag, waarna appellante in beroep ging. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, omdat appellante niet voldoende bewijs had geleverd om haar standpunt te onderbouwen dat haar beperkingen ernstiger waren dan vastgesteld door de artsen van het Uwv. In hoger beroep herhaalde appellante haar argumenten, maar de Raad oordeelde dat het Uwv terecht geen nadere informatie bij de behandelend sector had opgevraagd en dat het opleidingsniveau van appellante correct was vastgesteld op niveau 3. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende onderbouwing van medische claims door appellanten en de autonomie van verzekeringsartsen in hun beoordelingen.