ECLI:NL:CRVB:2015:3798
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van een herzieningsverzoek in bestuursrechtelijke context
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 oktober 2015 uitspraak gedaan over een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 8 mei 2014. Verzoeker had op 5 juni 2014 verzocht om herziening van de uitspraak van 20 januari 2011, waarin zijn beroep tegen een besluit van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank ongegrond was verklaard. De Raad oordeelde dat het verzoek om herziening onredelijk laat was ingediend, aangezien verzoeker meer dan een jaar had gewacht met het indienen van het verzoek na het bekend worden van de feiten die hij aanvoerde. De Raad benadrukte dat herziening alleen kan worden gevraagd op basis van nieuwe feiten of omstandigheden en dat het niet de bedoeling is om een hernieuwde discussie over de zaak te voeren. De Raad verklaarde het verzoek om herziening dan ook niet-ontvankelijk, zonder inhoudelijke beoordeling van de zaak. De uitspraak werd gedaan door B.J. van de Griend, met M.S. Boomhouwer als griffier.