Uitspraak
20 augustus 2012, 12/338 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
11 oktober 2010 ongegrond verklaard. Voor zover van belang heeft de rechtbank in die uitspraak overwogen dat de bedongen arbeid van betrokkene met ingang van 1 augustus 2009 is gewijzigd, zodat een nieuwe loondoorbetalingsverplichting over een periode van 104 weken is gaan gelden. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep ingesteld.
WIA-uitkering terecht rekening heeft gehouden. Aan de uit het Burgerlijk Wetboek (BW) voortvloeiende verplichting is geen einde gekomen door omzetting van de WGA-uitkering in een IVA-uitkering. Het BW bevat een daartoe strekkende bepaling niet.
IVA-uitkering is toegekend zonder wachttijd rechtens en feitelijk gelijk is aan de in artikel 4, tweede lid, van het Inkomensbesluit omschreven situatie, zodat ook dan aanleiding bestaat om de IVA-uitkering te laten prevaleren boven de loondoorbetaling.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 31 januari 2012 gegrond voor zover het Uwv loon vanaf 4 mei 2011 in mindering heeft gebracht op de IVA-uitkering en vernietigt dat besluit in zoverre;
- veroordeelt het Uwv in de kosten van appellante tot een bedrag van € 1.470,-;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van wettelijke rente toe op de wijze als omschreven in overweging 5.6;
- bepaalt dat het Uwv aan appellante het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 157,- vergoedt.
C.C.W. Lange als leden, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 28 oktober 2015.