ECLI:NL:CRVB:2015:3536
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op ziekengeld bij alcoholverslaving en psychische klachten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtmatigheid van de afwijzing van een ziekengeldaanvraag van appellant, die zich had ziek gemeld met diverse lichamelijke en psychische klachten. Appellant, die als grondwerker en kabellegger werkte, had zich op 13 september 2013 ziek gemeld. De verzekeringsarts concludeerde dat appellant op zowel de datum van ziekmelding als op de datum van het spreekuur geschikt was voor zijn werk. Het Uwv besloot dat appellant geen recht had op ziekengeld, wat door de rechtbank werd bevestigd. Appellant herhaalde in hoger beroep zijn gronden, waarbij hij stelde dat zijn alcoholverslaving en psychische klachten niet goed waren beoordeeld.
De Raad oordeelde dat er geen bewijs was van een opname of behandeling voor de alcoholverslaving of de psychische klachten van appellant. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep zorgvuldig had gehandeld en dat er geen noodzaak was voor aanvullende medische informatie. De Raad benadrukte dat een verslaving op zich niet als ziekte of gebrek wordt aangemerkt, tenzij er uit die verslaving voortvloeiende gebreken zijn of een klinische opname noodzakelijk is. Dit was in het geval van appellant niet aangetoond.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv op goede gronden had beslist dat appellant geen recht had op ziekengeld. De gronden in hoger beroep waren in essentie een herhaling van eerdere argumenten en waren niet onderbouwd met nieuwe medische gegevens. De Raad zag geen aanleiding om een deskundige in te schakelen en concludeerde dat de aangevallen uitspraak diende te worden bevestigd. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.