Uitspraak
OVERWEGINGEN
Bij de aangevallen uitspraken heeft de rechtbank de beroepen tegen de bestreden besluiten ongegrond verklaard en de verzoeken om schadevergoeding afgewezen.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand in de vorm van een woonkostentoeslag door het college van burgemeester en wethouders van Arnhem. Appellante, die sinds 27 februari 2011 bijstand ontvangt ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB), had een aanvraag ingediend voor verlenging van de woonkostentoeslag. Het college had deze aanvraag afgewezen op grond dat de partner van appellante niet rechtmatig in Nederland verbleef, waardoor geen recht op huurtoeslag en bijzondere bijstand bestond. De Raad oordeelde dat de financiële situatie van appellante niet zodanig was dat er sprake was van een acute noodsituatie die bijstandsverlening rechtvaardigde. De Raad bevestigde dat de Wht en de Wet op het kindgebonden budget als toereikende voorliggende voorzieningen gelden, en dat er geen zeer dringende redenen waren om van deze regel af te wijken. De beroepsgrond van appellante, dat haar kinderen psychisch lijden onder de financiële situatie, werd niet als voldoende onderbouwd beschouwd. De Raad concludeerde dat de hoger beroepen niet slagen en bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank Gelderland.