ECLI:NL:CRVB:2015:3360
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin het beroep van de betrokkene gegrond werd verklaard en het bestreden besluit van het Uwv werd vernietigd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 30 september 2015 geoordeeld dat het hoger beroep van appellant niet ontvankelijk is, omdat er geen procesbelang meer bestaat. Appellant, die als magazijn-/facilitairmedewerker werkte, was uitgevallen door knieklachten en had een aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet WIA ingediend. Het Uwv had hem meegedeeld dat hij geen recht meer had op ziekengeld, wat leidde tot het bestreden besluit. De rechtbank had het bezwaar van appellant ongegrond verklaard, maar de Raad oordeelde dat appellant geen belang had bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak, aangezien zijn WW-uitkering niet zou veranderen door een uitspraak in deze zaak. De Raad concludeerde dat er geen aanknopingspunten waren voor een verhaalactie jegens appellant en dat het hoger beroep daarom niet ontvankelijk verklaard moest worden. Er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.