ECLI:NL:CRVB:2015:3140
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling geschiktheid voor arbeid en deskundigeninschakeling in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, vertegenwoordigd door mr. E. El Assrouti, had hoger beroep ingesteld tegen de ongegrondverklaring van zijn beroep door de rechtbank, die het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 8 oktober 2012 had bevestigd. De rechtbank oordeelde dat de psychiater W.M.J. Hassing had vastgesteld dat de appellant per 3 juli 2012 geschikt was voor arbeid, en dat er geen aanleiding was om een onafhankelijke deskundige in te schakelen.
In hoger beroep voerde de appellant aan dat de rechtbank het oordeel van zijn behandelend psychiater G.D. van Aalst en W.H. Lionarons had miskend, die concludeerden dat hij lijdt aan posttraumatische stressstoornis (PTSS). De appellant stelde dat hij nog steeds beperkt was in zijn arbeid door een neuralgie, zoals vastgesteld door zijn neuroloog. De Raad heeft echter geoordeeld dat de eerdere beoordelingen en rapporten, inclusief die van de psychiater, voldoende waren om te concluderen dat er geen reden was om aan de geschiktheid van de appellant voor arbeid te twijfelen.
De Raad heeft de argumenten van de appellant overwogen, maar kwam tot de conclusie dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een ander oordeel rechtvaardigden. De medische gegevens die in hoger beroep werden ingediend, waren reeds eerder in de beoordeling betrokken. De Raad heeft daarom besloten dat er geen aanleiding was om een deskundige in te schakelen en heeft het hoger beroep afgewezen. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen proceskostenveroordeling opgelegd.