ECLI:NL:CRVB:2015:3113
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellant, die sinds 24 augustus 2004 bijstand ontvangt op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de herziening van de bijstand over de periode van augustus 2012 tot en met december 2012, waarbij het dagelijks bestuur van de intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) Bollenstreek heeft gesteld dat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden door niet te melden dat hij werkzaamheden verrichtte in het bedrijf van zijn zoon. Het dagelijks bestuur heeft op basis van een onderzoek door de Sociale Recherche Zuid-Holland Noord vastgesteld dat appellant regelmatig op de markt aanwezig was en daar werkzaamheden verrichtte, wat leidde tot de herziening van de bijstand en een terugvordering van € 19.491,77.
De Raad heeft vastgesteld dat het besluit tot herziening van de bijstand over de periode van augustus 2012 tot en met december 2012 niet kan standhouden, omdat het is gebaseerd op een onjuiste grondslag. De Raad oordeelt dat het dagelijks bestuur ten onrechte niet is uitgegaan van het door appellant opgegeven aantal dagen en dat er over die periode ten onrechte brutering heeft plaatsgevonden. De maatregel van 100% verlaging van de bijstand gedurende één maand is ook niet juist vastgesteld. De Raad vernietigt de bestreden besluiten en draagt het dagelijks bestuur op om opnieuw te beslissen op het bezwaar van appellant, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt het dagelijks bestuur veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 1.960,-.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de zaak in het openbaar hebben behandeld. De beslissing is uitgesproken op 15 september 2015.