ECLI:NL:CRVB:2015:2634
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de indicatiestelling voor AWBZ-zorg en begeleiding in groepsverband na tussenuitspraak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de indicatiestelling voor AWBZ-zorg van appellante, die begeleiding in groepsverband verzocht. De Raad had eerder, op 5 februari 2014, een tussenuitspraak gedaan waarin CIZ was opgedragen om de gebreken in het onderzoek en de motivering van het bestreden besluit te herstellen. CIZ heeft vervolgens aanvullend onderzoek gedaan, maar de Raad oordeelt dat CIZ niet voldoende heeft aangetoond dat appellante niet in aanmerking komt voor begeleiding. De Raad concludeert dat het standpunt van CIZ onbegrijpelijk is, gezien het aanvullend medisch advies dat zowel behandeling als begeleiding noodzakelijk acht. De Raad vernietigt het bestreden besluit van CIZ en bepaalt dat appellante voor de periode van 28 januari 2011 tot 29 mei 2012 recht heeft op begeleiding in groepsverband, klasse 6. Tevens wordt CIZ veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 1.715,-.