ECLI:NL:CRVB:2014:388
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- W.H. Bel
- M.F. Wagner
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake afwijzing verlenging indicatie voor Begeleiding groep (BG) door CIZ
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 5 februari 2014, wordt de afwijzing van de verlenging van de indicatie voor de functie Begeleiding groep (BG), klasse 6, door de Stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) behandeld. Appellante, geboren in 1950, heeft een geschiedenis van angst- en stemmingsproblematiek. In 2010 werd een indicatie aangevraagd op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), maar de aanvraag voor verlenging in 2011 werd door CIZ afgewezen. CIZ stelde dat appellante niet voldeed aan de criteria voor zorg onder de AWBZ, en dat er onvoldoende medische onderbouwing was voor de indicatie.
De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond, maar appellante ging in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat CIZ niet heeft voldaan aan de onderzoeksplicht zoals neergelegd in het Zorgindicatiebesluit (Zib). De Raad wijst op de noodzaak van aanvullend onderzoek naar de psychische aandoeningen van appellante, die door verschillende psychologen zijn vastgesteld. De Raad concludeert dat het bestreden besluit van CIZ berust op onvoldoende onderzoek en gebrekkige motivering, en draagt CIZ op om het gebrek in het besluit te herstellen.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de indicatiestelling en de noodzaak van een gedegen medisch onderzoek bij aanvragen voor zorgindicaties. De Raad geeft CIZ zes weken de tijd om het gebrek in het besluit te herstellen, waarbij de eerder vastgestelde diagnoses van de psychologen in acht moeten worden genomen.