ECLI:NL:CRVB:2015:2592
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- H.J. Simon
- E.E.V. Lenos
- Rechtspraak.nl
Korting van Wajong-uitkering op ANW-uitkering en de gevolgen voor eigendomsrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld over de korting van een Wajong-uitkering op een nabestaandenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet (ANW). De Raad oordeelt dat deze korting leidt tot een aantasting van het eigendomsrecht van de betrokkene, zoals beschermd door het Europese recht. De wetgever heeft echter een geldige reden voor deze aantasting, aangezien het een herstel betreft van een onbedoelde situatie die was ontstaan door eerdere wetswijzigingen. De Raad stelt vast dat de korting op de ANW-uitkering pas na een overgangstermijn van één jaar na persoonlijke berichtgeving aan de betrokkene in werking moet treden, in plaats van de gebruikelijke termijn van twee jaar. Dit is van belang omdat de betrokkenen niet tijdig op de hoogte zijn gesteld van de wijziging in hun uitkering, wat hen in een moeilijke positie heeft gebracht. De Raad benadrukt dat de korting een aanzienlijke impact heeft op het inkomen van de betrokkene, die met bijna 50% wordt verlaagd voor onbepaalde tijd. De uitspraak volgt op een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de rechtbank had geoordeeld dat de betrokkene recht had op een overgangstermijn van twee jaar. De Centrale Raad van Beroep heeft deze beslissing deels vernietigd en de overgangstermijn vastgesteld op één jaar na de individuele berichtgeving.