ECLI:NL:CRVB:2015:2922
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- H.J. Simon
- E.E.V. Lenos
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de korting op de AOW-toeslag en de ANW-uitkering in het kader van de Algemene Ouderdomswet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, geboren in 1944, ontving een pensioen en een toeslag op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW). De Sociale verzekeringsbank (Svb) had een korting toegepast op de AOW-toeslag vanwege de inkomsten van de partner van de appellant, die een nabestaandenpensioen ontving. De appellant was het niet eens met deze korting en had bezwaar gemaakt tegen de besluiten van de Svb. De Raad oordeelde dat de appellant geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die aanleiding gaven om terug te komen op eerdere besluiten. De rechtbank had eerder het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad stelde vast dat de Svb correct had gehandeld door de ANW-uitkering in mindering te brengen op de AOW-toeslag, en dat het bezwaar van de appellant tegen de korting van de ANW-uitkering terecht niet-ontvankelijk was verklaard omdat het buiten de bezwaartermijn was ingediend. De Raad benadrukte dat de appellant niet had aangetoond dat de besluiten van de Svb onjuist waren en dat de regelgeving correct was toegepast. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak, maar merkte op dat de Svb nog moest beslissen op het verzoek van de appellant om terug te komen van het besluit van 25 februari 2013.