ECLI:NL:CRVB:2015:2438
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- M.T. Boerlage
- M.C.D. Embregts
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadeloosstelling na trainingsongeval van een militair
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag. De appellant, een militair, had een verzoek ingediend om schadeloosstelling voor de schade die hij had opgelopen tijdens een trainingsongeval op 25 maart 2004. De minister van Defensie had dit verzoek afgewezen op grond van verjaring. De Raad oordeelde dat de verjaringstermijn van vijf jaar was verstreken, omdat de appellant al in 2005 bekend was met de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon. De Raad benadrukte dat de verjaringstermijn begint te lopen op het moment dat de benadeelde bekend is met zowel de schade als de aansprakelijke persoon, en dat het enkele vermoeden van schade niet voldoende is om de verjaringstermijn te stoppen. De Raad volgde de argumentatie van de minister en verklaarde het hoger beroep van de appellant ongegrond. Daarnaast werd er ook een verzoek om schadeloosstelling op basis van artikel 115 van het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR) besproken. De Raad oordeelde dat de minister niet impliciet had afgewezen, maar dat er geen bijzondere omstandigheden waren die toepassing van artikel 115 rechtvaardigden. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de minister werd veroordeeld in de proceskosten van de appellant.