ECLI:NL:CRVB:2015:2394
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstand en boete wegens schending van de inlichtingenverplichting in het kader van de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Rotterdam. De appellante, die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had haar aanvraag ingediend na het verlaten van de echtelijke woning door haar ex-echtgenoot. De bijstand was aanvankelijk toegekend, maar later verlaagd en herzien omdat de ex-echtgenoot de vaste lasten van de woning betaalde. De appellante had de inlichtingenverplichting geschonden door niet te melden dat zij geen woonlasten had, wat leidde tot een boete van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. De Raad heeft vastgesteld dat de appellante niet alle relevante informatie had verstrekt, wat resulteerde in een verlaging van de bijstand en een terugvordering van eerder verstrekte bijstand. De Raad heeft de opgelegde boete beoordeeld en vastgesteld dat deze in overeenstemming moest zijn met de oude regelgeving tot 1 januari 2013, wat leidde tot een lagere boete dan oorspronkelijk opgelegd. Uiteindelijk werd de boete vastgesteld op € 480,-. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het college veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de appellante.