ECLI:NL:CRVB:2015:2255
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- B.J. van de Griend
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Ontslag van ambtenaar wegens verstoorde arbeidsverhouding en de gevolgen voor uitkeringen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een ambtenaar tegen het ontslag dat door het college van burgemeester en wethouders van Den Helder is verleend. De ambtenaar, aangeduid als betrokkene, was werkzaam bij de gemeente en heeft hoger beroep ingesteld na een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. Het college heeft het ontslag verleend op basis van een onherstelbaar verstoorde arbeidsverhouding, die volgens hen voortkwam uit herhaaldelijke conflicten met leidinggevenden en collega's. De rechtbank heeft het beroep van betrokkene gegrond verklaard, maar het college heeft in hoger beroep de beslissing aangevochten.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder eerdere uitspraken van de Raad en de rol van de bedrijfsarts. De Raad concludeert dat er inderdaad sprake was van een fors arbeidsconflict en dat het college op goede gronden het ontslag heeft verleend. De Raad oordeelt dat de arbeidsverhouding zodanig verstoord was dat voortzetting van het dienstverband niet van het college kon worden gevergd.
Daarnaast heeft de Raad zich gebogen over de vraag of betrokkene recht heeft op een aanvullende uitkering en een ontslagvergoeding. De Raad komt tot de conclusie dat het ontslag niet grotendeels aan betrokkene te wijten is en dat het college niet gerechtigd was om de nawettelijke uitkering te onthouden. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en het college wordt veroordeeld in de proceskosten van betrokkene.