ECLI:NL:CRVB:2015:484
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- C.H. Bangma
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- Rechtspraak.nl
Inhouding van bezoldiging en disciplinaire maatregelen tegen ambtenaar wegens ongeoorloofd verzuim en plichtsverzuim
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Den Helder tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De centrale vraag is of de inhouding van de bezoldiging van betrokkene, alsook de opgelegde disciplinaire maatregelen, terecht zijn. Betrokkene was werkzaam als medewerker bij de gemeente en had zich in januari 2011 ongeoorloofd verzuimd. De gemeente heeft daarop haar bezoldiging ingehouden en disciplinaire maatregelen opgelegd, waaronder een schriftelijke berisping en voorwaardelijk ontslag. De rechtbank heeft de bestreden besluiten van de gemeente vernietigd, omdat zij oordeelde dat er geen sprake was van ongeoorloofd verzuim en dat de disciplinaire maatregelen niet gerechtvaardigd waren. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak opnieuw beoordeeld. De Raad oordeelt dat de gemeente terecht de inhouding van de bezoldiging heeft doorgevoerd, omdat betrokkene zich in de betreffende periode niet op het werk heeft gemeld zonder geldige reden. De Raad bevestigt dat er wel degelijk sprake was van ongeoorloofd verzuim. Wat betreft de disciplinaire maatregelen oordeelt de Raad dat de schriftelijke berisping terecht is opgelegd, maar dat het voorwaardelijk ontslag niet gerechtvaardigd was, omdat de omstandigheden waaronder betrokkene haar werkzaamheden moest hervatten niet in overeenstemming waren met de adviezen van de bedrijfsarts. De Raad vernietigt het besluit tot voorwaardelijk ontslag en herroept de eerdere besluiten van de gemeente die dit ontslag ondersteunden. De gemeente wordt veroordeeld in de proceskosten van betrokkene.