ECLI:NL:CRVB:2015:1812
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van Wajong-uitkering wegens onvoldoende medische gegevens en laattijdige aanvraag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een Wajong-uitkering aan appellant, die sinds zijn 17e verjaardag arbeidsongeschikt zou zijn. De aanvraag voor de uitkering werd op 2 april 2012 ingediend, maar de Raad oordeelde dat er onvoldoende relevante medische gegevens beschikbaar waren om de arbeidsongeschiktheid van appellant vast te stellen. De verzekeringsarts concludeerde dat er sprake was van een pervasieve ontwikkelingsstoornis, maar dat de medische gegevens uit de jaren 1978-1983 niet meer konden worden achterhaald door het tijdsverloop. Dit risico lag bij appellant, die zijn aanvraag meer dan 30 jaar na de gestelde arbeidsongeschiktheid indiende.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg, die het beroep van appellant tegen de afwijzing van het Uwv ongegrond had verklaard. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsartsen hun onderzoeken zorgvuldig hadden uitgevoerd en dat er geen reden was om aan de juistheid van hun conclusies te twijfelen. Appellant had geen nieuwe medische informatie overgelegd die tot een ander oordeel zou moeten leiden.
De Centrale Raad van Beroep benadrukte dat de omstandigheid dat medische gegevens door tijdsverloop niet meer te achterhalen zijn, voor risico van de aanvrager blijft. De Raad concludeerde dat de aangevallen uitspraak bevestigd moest worden en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenvergoeding.