ECLI:NL:CRVB:2015:1382
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag op andere gronden en verstoorde verhoudingen binnen de gemeente Vlissingen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Vlissingen tegen een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De rechtbank had het besluit van 28 juni 2012, waarbij betrokkene ontslag was verleend, vernietigd. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het ontslag niet gerechtvaardigd was, omdat voortzetting van het dienstverband met betrokkene in redelijkheid niet van appellant kon worden gevergd. Betrokkene was sinds 1 november 2009 in tijdelijke dienst en vanaf 1 november 2010 in vaste dienst bij de gemeente Vlissingen. Na een ziekmelding in 2011 en een ontheffing uit haar functie, werd betrokkene op 28 juni 2012 ontslagen op grond van verstoorde verhoudingen en ongeschiktheid. De Raad oordeelt dat er ten tijde van het ontslagbesluit geen onherstelbare verstoorde verhoudingen waren en dat herplaatsing binnen de gemeentelijke organisatie mogelijk was. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat appellant in de proceskosten van betrokkene moet worden veroordeeld. De uitspraak is gedaan op 30 april 2015.