ECLI:NL:CRVB:2014:2495
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.S. van der Kolk
- J.J.T. van den Corput
- B.W.N. de Waard
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de weigering van een Ziektewetuitkering wegens gebrek aan een privaatrechtelijke dienstbetrekking
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om hem een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) te verstrekken. Appellant had zich ziek gemeld na deelname aan een re-integratieproject en ontving eerder een bijstandsuitkering. Het Uwv weigerde de Ziektewetuitkering op basis van het feit dat appellant niet voldeed aan de vereisten voor een dienstbetrekking zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank had eerder de besluiten van het Uwv bekrachtigd, waarbij werd gesteld dat appellant geen productieve arbeid had verricht en dus niet als werknemer kon worden aangemerkt. In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt dat de arbeid die hij had verricht voldeed aan de criteria voor een dienstbetrekking. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor een privaatrechtelijke dienstbetrekking en bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank. De Raad concludeerde dat het Uwv op goede gronden de uitkering had geweigerd, en dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slaagde, omdat de omstandigheden van appellant niet vergelijkbaar waren met die van een andere persoon die wel een uitkering had ontvangen.