ECLI:NL:CRVB:2014:2490
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bepaling buitenlandbijdrage voor verdragsgerechtigde met FPU-uitkering
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 23 juli 2014, met zaaknummer 12-4725 ZVW, wordt de vaststelling van de buitenlandbijdrage voor een appellant die in Frankrijk woont en een FPU-uitkering ontvangt, behandeld. De appellant is als verdragsgerechtigde aangemerkt op basis van de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Europese Verordening (EEG) nr. 1408/71. De Raad oordeelt dat de FPU-uitkering van de appellant gelijkgesteld moet worden met een wettelijk pensioen, waardoor hij bijdrageplichtig is. De Raad wijst erop dat de appellant op de hoogte was van de mogelijkheid van een definitieve vaststelling van de jaarafrekening en dat de termijnoverschrijding niet van zodanige duur was dat hij hierop niet meer kon rekenen. De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak. De Raad stelt dat er geen schending van het rechtszekerheidsbeginsel is, omdat de appellant redelijkerwijs kon weten dat er nog een definitieve vaststelling zou plaatsvinden. De Raad concludeert dat het hoger beroep van de appellant niet slaagt en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.