Uitspraak
5 oktober 2012, 11/583, 11/584, 12/81 en 12/82 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 19 juni 2014, gaat het om de afwijzing van een aanvraag om functieonderhoud door appellanten, die werkzaam waren als Senior jurist bij de Regiopolitie. De korpschef had eerder besloten om de functie Senior jurist als uitgangspositie te hanteren bij een reorganisatie. Appellanten voerden aan dat hun feitelijk opgedragen werkzaamheden wezenlijk afweken van hun functie, maar de Raad oordeelde dat zij dit niet aannemelijk hadden gemaakt. De Regeling LSS, die op 13 mei 2011 was gepubliceerd met terugwerkende kracht tot 2 maart 2010, werd door de Raad als geldig beschouwd, ondanks dat deze nog niet gepubliceerd was ten tijde van de bestreden besluiten. De Raad bevestigde dat de korpschef geen onterecht vertrouwen had gewekt bij appellanten en dat de afwijzing van hun aanvraag om functieonderhoud rechtmatig was. De Raad oordeelde verder dat de functie Adviseur B Dienstverlening en Advies, waarvoor appellanten waren geplaatst, vergelijkbaar was met de functie Senior jurist, ondanks de verschillen in opleidingsniveau. De uitspraak van de rechtbank Groningen, die de beroepen van appellanten ongegrond had verklaard, werd bevestigd. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.