ECLI:NL:CRVB:2014:2091
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.J.A. Kooijman
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Disciplinair ontslag van directeur wegens bezit van kinderpornografie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant die als directeur werkzaam was bij een stichting voor openbaar primair onderwijs. De appellant is ontslagen wegens het bezit van kinderpornografie, nadat de stichting op de hoogte was gesteld van een strafrechtelijk onderzoek naar zijn betrokkenheid bij dit misdrijf. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Alkmaar, die het beroep van de appellant tegen het ontslag ongegrond had verklaard. De Raad oordeelt dat er voldoende feitelijke grondslag is voor het standpunt van de stichting dat de appellant kinderpornografische afbeeldingen op zijn computer had opgeslagen. De appellant had erkend dat hij afbeeldingen van kinderpornografische aard op een externe harde schijf had staan, en dat deze op een plek stonden waar alleen hij toegang toe had. De Raad stelt vast dat de stichting zich terecht heeft gebaseerd op de bewijsmiddelen uit het strafvonnis, en dat de appellant niet heeft aangetoond dat er een zelfstandig feitenonderzoek had moeten plaatsvinden. De Raad concludeert dat het plichtsverzuim van de appellant ernstig is, gezien zijn functie als directeur van een basisschool, en dat het ontslag niet onevenredig is aan de aard van het gepleegde vergrijp. De uitspraak bevestigt dat de stichting bevoegd was om de disciplinaire maatregel van ontslag op te leggen, en dat de appellant niet in zijn hoger beroep kan worden ontvangen.