ECLI:NL:CRVB:2014:2041
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake buitenlandbijdrage en verdragsgerechtigdheid zorgverzekering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant, geboren in 1940 en woonachtig in Spanje, die sinds oktober 2005 een pensioen ontvangt op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) en andere pensioenuitkeringen. Appellant is door het Zorginstituut Nederland als verdragsgerechtigde aangemerkt op basis van de Zorgverzekeringswet (Zvw) en heeft recht op zorg in Spanje, waarvoor hij een buitenlandbijdrage verschuldigd is. De zaak betreft de vaststelling van deze buitenlandbijdrage en de vraag of er sprake is van dubbele belastingheffing.
De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep van appellant tegen het bestreden besluit van het Zorginstituut ongegrond heeft verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat appellant recht heeft op zorg in Spanje en dat de buitenlandbijdragen correct zijn vastgesteld. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij in Spanje aanspraak wil maken op dezelfde zorg als in Nederland.
De Raad bevestigt het oordeel van de rechtbank en stelt dat appellant recht heeft op zorg volgens het woonlandpakket, waarbij de dekking wordt bepaald op basis van de Verordening EEG nr. 1408/71. De Raad concludeert dat de buitenlandbijdrage niet leidt tot betaling voor zorg die niet gedekt is door het woonlandpakket van Spanje. Het hoger beroep van appellant wordt verworpen en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.