Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraken voor zover aangevochten;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellante, die in het verleden een WAO-uitkering ontving, had verzocht om herziening van haar uitkering op basis van vermeende toegenomen arbeidsongeschiktheid. De Raad oordeelde dat er geen sprake was van toegenomen arbeidsongeschiktheid, aangezien appellante geen medische stukken had ingediend die de juistheid van de eerdere medische beoordeling konden betwisten. De Raad bevestigde de eerdere beslissing van het UWV dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op de relevante data minder dan 35% was, waardoor zij geen recht had op een WIA-uitkering. Daarnaast werd de terugvordering van een eerder verstrekt voorschot op de WIA-uitkering door het UWV als juist beoordeeld. De Raad concludeerde dat appellante geen gronden had aangevoerd tegen de invordering en dat de berekening van de terugvordering niet onjuist was. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten of schadevergoeding.