ECLI:NL:CRVB:2014:1590
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van verzoek om bijstandsverlening en geldlening voor levensvatbaarheid van een onderneming
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam. De appellant, een ondernemer die in maart 2009 een traprenovatiebedrijf is gestart, had bij het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel een verzoek ingediend voor bijstandsverlening en een geldlening. Het college had eerder bijstand in de vorm van een rentedragende geldlening van € 27.900,- toegekend, maar later de aanvragen voor verdere bijstand afgewezen op basis van adviezen van B&R Adviesgroep, die concludeerden dat het bedrijf van appellant niet levensvatbaar was.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant in zijn hoger beroep niet voldoende objectieve gegevens heeft overlegd om zijn stelling dat zijn bedrijf levensvatbaar is te onderbouwen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het college gerechtigd was om zich te baseren op de adviezen van deskundige instanties, zoals B&R. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en bevestigd dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat er dringende redenen waren om van terugvordering van de geldleningen af te zien.
De Raad heeft geconcludeerd dat de appellant niet aan zijn aflossingsverplichtingen heeft voldaan en dat het college gehouden was de geldleningen en de achterstallige rente terug te vorderen. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.