ECLI:NL:CRVB:2014:1068
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstand wegens niet aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond, waarin de verlaging van de bijstand van appellanten met 100% gedurende de maand november 2011 werd bevestigd. Appellanten, die bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) hadden aangevraagd, kregen een maatregel opgelegd omdat het college van burgemeester en wethouders van Venlo hen verweten had dat appellant een concreet werkaanbod van uitzendbureau Manpower voor een functie bij een bedrijf had geweigerd. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat het college onvoldoende bewijs heeft geleverd dat appellant algemeen geaccepteerde arbeid niet heeft aanvaard. De Raad stelt vast dat de deelname aan een sollicitatieprocedure niet gelijkstaat aan het afwijzen van een concreet werkaanbod. De rechtbank had dit niet onderkend, waardoor de aangevallen uitspraak vernietigd wordt. De Raad herroept het besluit van het college en stelt de verlaging van de bijstand vast op 50% gedurende één maand, in plaats van de eerder opgelegde 100%. Tevens wordt het college veroordeeld tot schadevergoeding aan appellanten voor de ten onrechte ingehouden bijstand en de kosten van rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan op 25 maart 2014.