ECLI:NL:CRVB:2013:BZ1796
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.P.J. Goorden
- A.I. van der Kris
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake Ziektewet en recht op uitkering na maximum termijn van 104 weken
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, die als logistiek medewerker werkzaam was en op 25 augustus 2008 ziek werd door psychische en lichamelijke klachten. Hij ontving een uitkering op basis van de Ziektewet (ZW). Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vastgesteld dat appellant vanaf 23 augustus 2010 geen recht meer had op een WIA-uitkering en beëindigde zijn ZW-uitkering per dezelfde datum. Appellant heeft zich op 16 september 2010 opnieuw ziek gemeld, maar het Uwv weigerde hem een ZW-uitkering, omdat hij al de maximum termijn van 104 weken ziekengeld had ontvangen. Het bezwaar van appellant tegen deze beslissing werd ongegrond verklaard door het Uwv.
De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond. Appellant stelde dat de datum van zijn ziekmelding niet duidelijk was en dat hij niet goed was geïnformeerd over zijn rechten en verplichtingen. Hij betoogde dat zijn ziekmelding op 16 september 2010 als een nieuwe ziekmelding moest worden beschouwd.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat volgens artikel 29, vijfde lid, van de ZW geen ziekengeld wordt uitgekeerd na een tijdvak van 104 weken van ongeschiktheid. De Raad bevestigde dat de samentellingsregel van toepassing is, ook als de arbeidsongeschiktheid binnen vier weken na de maximum termijn opnieuw optreedt. De Raad concludeerde dat appellant niet in aanmerking kwam voor een nieuwe ZW-uitkering, omdat zijn ziekmelding binnen vier weken na beëindiging van zijn recht op ziekengeld viel en hij niet in ander werk was hervat. Het hoger beroep werd verworpen en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.