ECLI:NL:CRVB:1997:ZB6958
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- F.E. Rosingh
- M.A. Hoogeveen
- Chr. van Voorst
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake Ziektewet en de toepassing van artikel 29 lid 10 ZW
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Dordrecht. De rechtbank had eerder een besluit van het Lisv vernietigd, waarbij aan A., een serveerster, ziekengeld was geweigerd op basis van de Ziektewet (ZW). A. had zich op 19 juli 1993 ziekgemeld wegens heupklachten en ontving gedurende 52 weken ziekengeld. Na een nieuwe ziekmelding op 8 augustus 1994 weigerde het Lisv ziekengeld op grond van artikel 29 lid 10 ZW, dat bepaalt dat geen ziekengeld wordt uitgekeerd na een periode van 52 weken. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank ten onrechte het besluit van het Lisv heeft vernietigd. De Raad stelt vast dat de samentellingsregel van artikel 29 lid 5 ZW ook van toepassing is in het geval van een nieuwe ziekmelding binnen vier weken na het verstrijken van de 52 weken. De Raad bevestigt dat de wijziging in de wetgeving enkel een terminologische aanpassing was en dat de eerdere rechtspraak van toepassing blijft. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het inleidend beroep ongegrond.