ECLI:NL:CRVB:2013:2733
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard door de Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 november 2013 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker. Het verzoek om wraking was ingediend op 27 oktober 2013, maar de verzoeker had pas op 15 november 2013 verzocht om wraking van de voorzitter van de wrakingskamer. Dit gebeurde nadat hij op 4 november 2013 was geïnformeerd over welke rechters zijn wrakingsverzoek zouden behandelen. De Raad oordeelde dat de verzoeker in strijd had gehandeld met artikel 8:16, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat hij niet tijdig had gereageerd op de samenstelling van de wrakingskamer. De verzoeker had eerder al wrakingsverzoeken ingediend tegen de rechters Talman en Bandringa, die de hoger beroepen van de verzoeker behandelden. De Raad concludeerde dat het verzoek om wraking niet-ontvankelijk was, omdat de verzoeker niet had voldaan aan de vereisten van de Awb. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken en de Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen.