ECLI:NL:CRVB:2013:104
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de levensvatbaarheid van een juweliersbedrijf in het kader van bijstandsverlening
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten, die een juweliersbedrijf drijven, tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Someren. Appellanten hebben in 2008 bijstandsverlening aangevraagd op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004), maar deze aanvraag is afgewezen op basis van een advies van IMK Intermediair, dat concludeerde dat het bedrijf niet levensvatbaar was. De rechtbank heeft het beroep van appellanten tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna zij in hoger beroep zijn gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 19 februari 2013 geoordeeld dat appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat het advies van IMK onzorgvuldig tot stand is gekomen of feitelijke onjuistheden bevat. Appellanten hebben geen objectieve gegevens overgelegd die hun standpunt ondersteunen dat hun bedrijf levensvatbaar is. De Raad benadrukt dat het aan appellanten is om aannemelijk te maken dat hun bedrijf levensvatbaar is, en dat zij niet kunnen volstaan met het stellen dat zij geen middelen hebben om een contra-expertise te laten uitvoeren.
De Raad heeft verder vastgesteld dat de beoordeling van de levensvatbaarheid van het bedrijf moet plaatsvinden op basis van de situatie ten tijde van het besluit op de aanvraag, en dat ontwikkelingen na dat tijdstip niet in aanmerking kunnen worden genomen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellanten af, zonder veroordeling in de proceskosten.