ECLI:NL:CRVB:2010:BO9987
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- J.J.A. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Vaststelling eigen bijdrage voor maatschappelijke ondersteuning op grond van de Wmo
In deze zaak gaat het om de vaststelling van de eigen bijdrage voor maatschappelijke ondersteuning die betrokkene ontvangt op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het Centraal Administratiekantoor Bijzondere Zorgkosten (hierna: appellant) had bij besluit van 19 september 2008 de eigen bijdrage voor de periode van 10 tot en met 13 van het jaar 2007 vastgesteld op maximaal € 249,18 per vier weken. Betrokkene heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat door appellant ongegrond werd verklaard. Betrokkene heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank, waarbij zij aanvoerde dat de regelgeving in strijd zou zijn met de Wmo.
De rechtbank oordeelde dat de Wmo zich ertegen verzet dat de gemeenteraad de bevoegdheid om de eigen bijdrage vast te stellen overdraagt aan het college van burgemeester en wethouders. Appellant ging in hoger beroep tegen deze uitspraak. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld. De Raad oordeelde dat de gemeenteraad wel degelijk de bevoegdheid heeft om bij verordening te bepalen of een eigen bijdrage verschuldigd is en dat de regelgeving van het college niet in strijd is met de Wmo.
De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van betrokkene tegen het besluit van 25 februari 2009 ongegrond. De Raad concludeerde dat de hoogte van de eigen bijdrage begrensd wordt door de Wmo en dat de opdracht tot nadere regelgeving aan het college niet in strijd is met de wet. De uitspraak werd gedaan op 22 december 2010, waarbij de Raad ook geen aanleiding zag voor een proceskostenveroordeling.