ECLI:NL:CRVB:2008:BG1564
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Mededeling aan werkgever over gevolgen eigenrisicodragerschap na toekenning WAO-uitkering aan werknemer als besluit
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Assen van 23 november 2006. De rechtbank had het beroep gegrond verklaard tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 23 augustus 2006, waarin de bezwaren van appellante tegen een eerdere brief van 5 oktober 2005 ongegrond werden verklaard. Deze brief hield in dat appellante als eigen risicodrager met ingang van 15 december 2004 de arbeidsongeschiktheidsuitkering van haar (ex)-werknemer diende te betalen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank niet aan een inhoudelijk oordeel over het besluit van 23 augustus 2006 is toegekomen en wijst de zaak terug naar de rechtbank voor verdere behandeling. De Raad oordeelt dat de brief van 5 oktober 2005 wel degelijk een besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat de rechtbank dit ten onrechte niet heeft erkend. De Raad veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante in hoger beroep tot een bedrag van € 322,- en bepaalt dat het Uwv het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 422,- aan appellante vergoedt. De uitspraak is gedaan op 17 oktober 2008.