ECLI:NL:CRVB:2008:BC7264
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WAO
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 maart 2008 uitspraak gedaan op een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van de Raad. Het verzoeker, vertegenwoordigd door mr. W.C. de Jonge, heeft verzocht om herziening van de uitspraak van 15 mei 2007, waarin de Raad de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 12 mei 2005 heeft bevestigd. Verzoeker stelt dat zijn aanspraken niet naar behoren zijn erkend en dat de eerdere uitspraak onvoldoende gemotiveerd is. Hij voert aan dat er nieuwe feiten en omstandigheden zijn die herziening rechtvaardigen, maar de Raad oordeelt dat deze argumenten niet voldoende zijn om tot herziening over te gaan.
De Raad benadrukt dat in het kader van het rechtsmiddel van herziening alleen kan worden beoordeeld of er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden die voor de uitspraak niet bekend waren. De Raad heeft vastgesteld dat de rapporten van Instituut Psychosofia niet als deskundigenrapporten kunnen worden aangemerkt volgens de geldende wetgeving. De Raad wijst het verzoek om herziening af, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die tot een andere uitspraak zouden kunnen leiden. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met R.C. Stam als voorzitter en I.M.J. Hilhorst-Hagen en J.P.M. Zeijen als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier W.R. de Vries.