ECLI:NL:CRVB:2007:BC1460
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- R.C. Stam
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Weigering van vergoeding van kosten in bezwaar door het Uwv op basis van familierelatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 21 januari 2005, waarin het beroep ongegrond werd verklaard. De Centrale Raad van Beroep behandelt de kwestie van de weigering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om de kosten van het bezwaar te vergoeden. De Raad oordeelt dat de vermelding onder het bezwaarschrift van de tekst "kosten dezes E 176" voldoende is als verzoek tot vergoeding van de in bezwaar gemaakte kosten. Echter, de Raad volgt het Uwv in zijn standpunt dat de rechtshulp verleend door de broer van appellant niet kan worden aangemerkt als beroepsmatige rechtsbijstand, omdat deze hulp voornamelijk voortkomt uit hun nauwe familierelatie. Dit is in lijn met artikel 1, onder a, van het Besluit proceskosten bestuursrecht, dat stelt dat er geen sprake is van beroepsmatige rechtsbijstand als er een nauwe familierelatie bestaat tussen de rechtsbijstandverlener en de ontvanger van de rechtsbijstand.
De Raad concludeert dat de aangevallen uitspraak, die de weigering van de kostenvergoeding bevestigt, op andere gronden kan worden gehandhaafd. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij J.W. Schuttel als voorzitter fungeert. De beslissing is openbaar uitgesproken op 14 december 2007, in aanwezigheid van de griffier M.R. van der Vos.