In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 9 september 2025, werd de aanvraag van de vennootschap [naam 1] V.O.F. voor de extra betaling jonge landbouwers voor het aanvraagjaar 2022 afgewezen. De minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur had eerder op 17 februari 2023 de aanvraag afgewezen, omdat de vereiste blokkerende zeggenschap van de jonge landbouwer niet was aangetoond volgens de Beleidsregel Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB. De vennootschap had bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het bestreden besluit werd door de minister gehandhaafd op 27 juli 2023. De vennootschap stelde dat de jonge landbouwer ten tijde van belang wel degelijk blokkerende zeggenschap had, maar de minister oordeelde dat de vennootschapsovereenkomst niet voldeed aan de vereisten, omdat de jonge landbouwer alleen blokkerende zeggenschap had bij beslissingen met een financieel belang van meer dan € 100.000,-. De vennootschap had niet aangetoond dat de jonge landbouwer ten tijde van belang aan de vereisten voldeed, en het College volgde de minister in zijn oordeel. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste registratie van blokkerende zeggenschap in overeenkomsten en het handelsregister, en dat de vennootschap niet kon aantonen dat de jonge landbouwer de vereiste zeggenschap had.