ECLI:NL:CBB:2025:386
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- H.L. van der Beek
- A. Venekamp
- T. Pavićević
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake boetes voor overschrijding meststoffenregelgeving en mestverwerkingsplicht
In deze zaak heeft [naam 1] V.O.F. hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin boetes zijn opgelegd wegens overtredingen van de Meststoffenwet. De minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur had op basis van een controle en rapport van bevindingen geconcludeerd dat [naam 1] in 2018 de gebruiksnormen voor dierlijke meststoffen had overschreden en niet had voldaan aan de mestverwerkingsplicht. De rechtbank heeft het beroep van [naam 1] gegrond verklaard, maar de boetes vastgesteld op lagere bedragen dan oorspronkelijk opgelegd. In hoger beroep heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven de uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij het College oordeelde dat de minister gegronde redenen had om te twijfelen aan de herkomst van de afgevoerde mest en dat de opgelegde boetes terecht waren. Het College heeft ook de overschrijding van de redelijke termijn beoordeeld en de boetes gematigd, maar niet verder dan de rechtbank had gedaan. De uitspraak is gedaan op 22 juli 2025.